427 Het beschikbare winstsaldo bedraagt 769.735.64 10% aan het Reservefonds 76.973.56 blijft 692.762.08 4% over het gestorte kapitaal 6.012. blijft 686.750.08 75% aan het Reservefonds 515.062.56 Blijft ter beschikking van de Alge* meene Vergadering 171.687.52 Aan het Gemeenschappelijk Reserve* fonds 100.000. blijft 71.687.52 Toetreden als stichter van de R. K. Universiteit 25.000. De rest te voegen bij het Reserve* fonds „Crisisfonds. A." 46.687.52 Deze winstverdeeling wordt goedgekeurd. Een der afgevaardigden juichte de gift aan de R. K. Universiteit toe, en stelde voor, om ook nog mede te werken tot de stichting van beurzen, om onvermogende, knappe studenten te laten studeeren. Van de Bestuurstafel werd hieromtrent medegedeeld, dat uit het Jaarverslag (blz. 34) bleek, dat aan het „Land* bouwfonds Katholieke studiebelangen" 4000 was ge* schonken, en dat voorstel van den afgevaardigde in overweging zou genomen worden. Wijziging van de Statutaire winstverdeeling. Art. 49, handelende over de winstverdeeling zal aldus luiden: 1. Van de jaarlijksche winst zal eerst 10 pet. worden gestort in het reservefonds. 2. Vervolgens wordt op de bewijzen van deelneming een cumulatief=dividend uitgekeerd tot hoogstens 6 pet. van de gedane stortingen. 3. Van het daarna overblijvende komt: 85 pet. aan het reservefonds; 10 pet. aan de gemeenschappelijke reserve; 5 pet. ter beschikking van de Algemeene Ver* gadering.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1922 | | pagina 15