425 meenschappelijk Reservefonds kunnen ontvangen 1. wat zij er zelve in gestort heeft en 2. wat uit het door de Centrale Boerenleenbank gestorte bedrag op hare reke* ning is ten goede geschreven. Voor dit jaar stelt het Bestuur der Centrale Boeren* leenbank voor een bedrag van 100.000 in dit Gemeen* schappelijk Reservefonds te storten. De verdeeling hier* van zal plaats hebben, naar verhouding van wat iedere boerenleenbank rente betaald heeft aan of getrokken heeft van de Centrale Boerenleenbank. Daardoor zullen er boerenleenbanken zijn, die verschillende honderden guldens, tot 900 toe, op hare rekening zullen geboekt krijgen. Andere natuurlijk veel minder, want dooreen genomen is voor iedere boerenleenbank 200 bes schikbaar, zoodat wat de eene meer dan 200 ontvangt, de andere minder moeten ontvangen. De boerenleenbanken zullen dit keer gezamenlijk veel minder bijdragen, dan de Centrale Boerenleenbank. Want de laatste statistiek, die loopt over het jaar 1920, toont aan, dat de winsten van alle aangesloten boeren* leenbanken bedroegen 331.000. Hiervan 10 pet. is 33.100. En men vergete niet, dat tot nog toe de helft, namelijk 5 pet. toch reeds betaald werd als bijdrage in de onkosten der Centrale Boerenleenbank, welke bij* drage thans zal vervallen. Toch zal het Bestuur het gaarne aan de Algemeene Vergadering overlaten in deze te beslissen, hoeveel de bijdrage der aangesloten boerenleenbanken zal bedra* gen. Het Bestuur acht het denkbeeld van onderlingen steun door dit Gemeenschappelijk Reservefonds van groote waarde, maar staat niet zoozeer op de hoogte der bijdrage Toen hierna uit de Vergadering nog de wenschelijk* heid werd uitgesproken, om slechts 5 pet. van de winst der locale boerenleenbanken te vragen, zeide de Voor* zitter van het Bestuur, dat hij, na kort beraad met de leden van Bestuur en Raad van Toezicht, kan mede* deelen, dat het voorstel in dien geest veranderd wordt, dat slechts 5 pet. van de winst der boerenleenbanken zou gevraagd worden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1922 | | pagina 13