422 deelname een bezwaar was, dan zou het Bestuur advi» seeren te wachten met de oprichting van zulke boeren» leenbanken totdat er meer deelneming kwam. Wat het nemen van aandeelen betrof door de crediet» nemende boerenleenbank, dit had eene verdere strek» king, dan wellicht ingezien werd. Want door dit voor» stel wordt de Centrale Boerenleenbank des te sterker, naarmate zij meer crediet verstrekt; en dit is wensche» lijk, als er tijden mochten komen, dat er meer geld door de boerenleenbanken gevraagd wordt, dan de andere boerenleenbanken beleggen. Want dan zou de Centrale Boerenleenbank bij andere instellingen moeten aanklop» pen, en hoe solieder zij is, des te gemakkelijker zal zij dan geld kunnen verkrijgen. Bij de Centrale Raiffeisenbank te Utrecht zijn 73 aan» gesloten boerenleenbanken, die 10 aandeelen en meer be» zitten. Gezamenlijk hebben deze 73 boerenleenbanken 1662 aandeelen, dat is dooreengenomen 22 aandeelen. En deze aandeelen zijn van 500 met daarenboven eene aansprakelijkheid van 2000. Voor deze 2500 aan aandeel en aansprakelijkheid kan zulke boerenleenbank een crediet krijgen van 10.000. Hier wordt voor iedere credietopening van 20.000 gevorderd 2000 aan aandeel en aansprakelijkheid, en het Bestuur meent hieraan voldoende te hebben, omdat bij Eindhoven iedere boerenleenbank drie aandeelen zal nemen (dus 6000 aan aandeel en aansprakelijk» heid), terwijl bij Utrecht iedere boerenleenbank slechts één aandeel behoeft te nemen (dus 2500 aan aandeel en aansprakelijkheid). Een der afgevaardigden vroeg, of het niet beter ware, in plaats van de aansprakelijkheid in te voeren, aan» deelen te nemen, zoodat iedere boerenleenbank zes aan» deelen zou nemen, in plaats van 3 aandeelen met de aansprakelijkheid van 3000. Hierop werd van de Bestuurstafel geantwoord, dat de invoering der aansprakelijkheid hare reden vond in de meening van verschillende rechtsgeleerden, die van oordeel zijn, dat de Wet op de Coöperatieve vereeni»

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1922 | | pagina 10