393 de Coöp. Centrale Boerenleenbank daaren* boven een aansprakelijkheid te verbinden van eveneens duizend gulden; 2. te bepalen, dat eene boerenleenbank, die crediet van de Coöp. Centrale Boerenleen* bank ontvangt, voor iedere crediet=verleening van 20.000 één aandeel van 1000 met de daaraan verbonden aansprakelijkheid van 1000 zal nemen, boven de drie aandeelen, die iedere aangesloten boerenleenbank heeft genomen. Wordt dit voorstel aangenomen, dan zal het aan* deelen*kapitaal, vermeerderd met de aansprakelijkheid en de reserven weerom in goede verhouding komen tot de verplichtingen der Coöp. Centrale Boerenleenbank. Want wij krijgen dan: Aandeelen*Kapitaal 1.509.000 Evengroote aansprakelijkheid 1.509.000 Crediet*opening van 10.000.000, waar* voor te nemen 500 aandeelen 500.000 Evengroote aansprakelijkheid 500.000 Reservefonds minstens 1.250.000 5.268.000 Er was op 1 Januari 1922 gedeponeerd plus de uitstaande 10*jarige schuldbrieven 50.578.200 zoodat hiervan ruim 10% door den waarborg van het aandeelen*kapitaal met de daaraan verbonden aanspra* kelijkheid en het reservefonds gedekt is. Met het oog op de meening der bovengenoemde rechtsgeleerden, die boven het aandeel eene aansprake* lijkheid vorderen, heeft het Bestuur gemeend de ver* hooging van den waarborg niet te moeten zoeken in het vermeerderen van het aandeelen kapitaal voor iedere bank, maar in de verbinding van de aansprake* lijkheid met ieder genomen aandeel.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1922 | | pagina 5