390 Om deze reden heeft o.a. het Bestuur steeds zorg ge* dragen, dat het aandeelen*kapitaal der Centrale Boeren* leenbank in eene goede verhouding stond tot de bij haar gedeponeerde gelden. Tamelijk algemeen geldt als beginsel bij de Centrale Boerenleenbanken in de verschillende landen, dat het aandeelen=kapitaal, gevoegd bij de aansprakelijkheid en het Reservefonds, ongeveer Vio of 10% dient te bedragen van de gedeponeerde gelden. Zoo zegt o.a. Hallstein, de Directeur der Centrale Boe* renleenbank te Posen in een door het „Reichsverband der deutschen landwirtschaftlichen Genossenschaften" bekroond werk: „Het is (ook in het belang der liquidi* „teit) van groot gewicht, de aandeelen in een juiste „verhouding tot het gedeponeerde kapitaal te brengen, „en wel zouden de aandeelen minstens 10 percent ervan dienen te bedragen". x) Het Bestuur der Centrale Boerenleenbank heeft zich steeds door evengenoemd beginsel laten leiden, zooals de hier volgende statistiek aantoont; en dientengevolge heeft het telkenmale, zoodra dit wenschelijk bleek het aandeelenkapitaal trachten te verhoogen en de Alge* meene Vergadering heeft een desbetreffend voorstel ook steeds goedgekeurd. Bij de oprichting der Centrale Boerenleenbank werd bepaald, dat iedere aangesloten boerenleenbank één aandeel van 1000,zou nemen; in de Algemeene Vergadering van den 26en Juni 1905 werd dit aantal op twee gebracht en in de Algemeene Vergadering van den 18 Mei 1914 op drie. Door deze vermeerdering van het Aandeelen*Kapitaal zou waarschijnlijk voor geruimen tijd de goede ver* houding bewaard zijn gebleven, indien niet de snelle uitbreiding van het boerenleenbankwezen, vooral ten* gevolge der bijzondere toestanden, ontstaan door den wereldoorlog, deze goede verhouding hadde gebroken. Masznahmen zur Liquiderhaltung der Einzel und Zentrabgenos» senschaften. bl. 149.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1922 | | pagina 2