den, dat ongewenschte toestanden geleidelijk ver*
dwijnen.
Ter vergemakkelijking der controle en ter verkrijging
van juiste gegevens zouden de Hoofdbesturen der ge=
westelijke Boerenbonden hunne medewerking kunnen
verleenen; terwijl ook de maandelijksche veranderingen
der ledenlijsten van de Boerenleenbanken, die aan de
Centrale worden opgezonden, meer gegevens ten aan*
zien van het lidmaatschap van de Boerenbonden zouden
kunnen gaan bevatten.
De Commissie was tenslotte bereid, om, voor zoover
noodig, een meer permanent karakter aan te nemen,
om juist aldus eventueel plaatselijk zich voordoende
moeilijkheden in gemeen overleg te helpen beslissen.
Resumeerende, meende de commissie haar zienswijze
in deze gelegenheid, gevoegelijk te kunnen neerleggen
in deze conclusie:
Statutenwijziging, ten einde te bereiken dat scherper
moet worden opgetreden tegen leden van Boerenleem
banken, die niet meer lid zijn van den Boerenbond, is
ongewenscht. Veeleer moet langs den weg van propas
ganda van weerszijden op verbetering van inzicht
met als noodzakelijk gevolg, verbetering in de verhou*
ding, worden aangestuurd.
De Commissie:
A. N. FLESKENS, Voorzitter.
Mr. TH. AQUARIUS.
J. VAN DEN HEUIJ.
W. VAN KESSEL.
TH. VAN DER MARCK.
J. RIJS.
Mr. V. G. G. M. DUBOIS, Secr.
Eindhoven, Mei 1922.
405
Conclusie.