400 stuur en den Raad van Toezicht van de Centrale Boeren* leenbank die geen beslissing zal nemen, dan na de Commissie van Advies gehoord te hebben. Daaren* boven zal aan de Algemeene Vergadering een Reg* lement ter goedkeuring worden voorgelegd, waarin nader de voorwaarden zullen geregeld worden, die bij de uitkeeringen uit het Gemeenschappelijk Reserve* fonds zullen gevolgd worden. Het Gemeenschappelijk Reservefonds is dus, juridisch beschouwd, eigendom van de Coöp. Centrale Boeren* leenbank. Daaruit volgt 1. dat het beheer berust bij de Centrale Boerenleen* bank, zooals zooeven gezegd; 2. dat eene plaatselijke boerenleenbank niet de min* ste aanspraak op het op hare Rekening geboekte deel van het Gemeenschappelijk Reservefonds kan doen gelden, zoodra zij het lidmaatschap van de Centrale Boerenleenbank verliest. Wel kan, bij het bovenbedoeld Reglement, de moge* lijkheid opengelaten worden, om bij geheel buitengewone omstandigheden, de geheele som of een gedeelte van het op hare Rekening geboekte, uit te keeren aan de uittredende boerenleenbank, of over te dragen aan eene of meer in denzelfden kring bestaande of op te richten boerenleenbanken, maar vast staat, dat alle aanspraak verloren gaat bij het uittreden eener plaatselijke boeren* leenbank. Het ligt in de bedoeling van Bestuur en Raad van Toezicht der Centrale Boerenleenbank, om reeds dit jaar een storting voor te stellen in dit te vormen Gemeen schappelijk Reservefonds, en wel eene storting van één honderd duizend gulden. Wordt de boven aangeduide maatstaf van rente*betaling aangenomen, dan zullen er boerenleenbanken zijn, die terstond een mooie som van verschillende honderden guldens op hare Rekening ge*

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1922 | | pagina 12