399 Tot nog toe betaalt iedere aangesloten boerenleen» bank 5% der jaarlijksche winst, als bijdrage in de ons kosten der Centrale Boerenleenbank. Bestuur en Raad van Toezicht stellen thans voor, om in plaats van deze storting, te bepalen, dat iedere boes renleenbank telken jare eene bijdrage geeft aan dit Ges meenschappelijk Reservefonds, welke zal berekend wors den naar Vio van de winst, die de Balans over het laatsts verloopen jaar aanwijst. Deze bijdrage wordt dan ges bracht onder de gewone uitgaven der boerenleenbank, evenals zulks thans geschiedt met de bijdrage van 5% van de winst van het vorig jaar. Deze bijdrage der boerenleenbanken wordt bij het Gemeenschappelijk Reservefonds eveneens geboekt op rekening van iedere boerenleenbank. Waartoe dient nu dit Gemeenschappelijk Reserves fonds? Zooals de naam aanduidt, dient dit Gemeenschaps pelijk Reservefonds zoowel voor dekking van de vers liezen van de Centrale Boerenleenbank als van de plaatselijke boerenleenbanken. Wat de Centrale Boerenleenbank betreft, deze mag uit dit Gemeenschappelijk Reservefonds slechts dan putten, als al hare andere reserves zijn uitgeput. En zou dit ooit gebeuren, dan zal nog bij de Statuten voorzien worden, dat dit Gemeenschappelijk Reservefonds zoo spoedig mogelijk zal worden hersteld. De plaatselijke boerenleenbanken zullen een beroep kunnen doen op dit Gemeenschappelijk Reservefonds zoodra haar eigen Reservefonds is uitgeput. Zij zullen dan dat gedeelte ervan kunnen ontvangen, wat op hare Rekening geboekt is. Is dit gedeelte meer dan zij noodig hebben, om het verlies, dat de Balans aanwijst, te dek» ken, dan blijft het overige in het Gemeenschappelijk Reservefonds staan. De beslissing of, en hoeveel aan eene plaatselijke boe» renleenbank zal worden uitgekeerd berust bij het Be»

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1922 | | pagina 11