378
Te vermeerderen, met wat nog in het Reservefonds
zal gestort worden uit de 171.000, welke ter beschik*
king komen van de Algemeene Vergadering.
In ieder geval beschikt dus de Coöp. Centrale Boeren*
leenbank over een Reservefonds van meer dan één
en een kwart millioen gulden.
Bovenstaande cijfers spreken voor zich zelf, en zij
geven ons de vaste hoop, dat wij, onder Gods onmis*
baren zegen, de toekomst gerust mogen ingaan.
Wat er geschieden moet bij het eindigen van
het lidmaatschap der Boerenleenbank.
Het is gebleken, dat bij het eindigen van het lidmaat*
schap herhaaldelijk de vermelding hiervan in het Le=
denregister niet op de juiste wijze plaats vindt. Om het
belang van een goed bijgehouden ledenregister volgt hier
nog eens een korte uiteenzetting.
Artikel 7, tweede lid der Statuten bepaalt, dat het lid*
maatschap eindigt:
1. door vrijwillige uittreding;
2. door den dood of voor vereenigingen, doordat ze
ophouden te bestaan;
3. door ontzetting.
De Artikelen 8 en 10 bepalen, wat in elk van deze
drie gevallen moet geschieden.
I. In het geval, dat een lid zijn lidmaatschap opzegt
en dus vrijwillig zal uittreden, moet het Bestuur der
Bank eischen, dat hij vooraf een bedrag van vijf gulden
betaalt. Laat hij dit na, dan gebeurt er eenvoudig niets
en blijft hij lid. Het wordt hem niet toegestaan, eene
verklaring van uittreding in het Ledenregister te teeke*
nen. Voor belofte van latere betaling zwichte het Be*
stuur niet. Er is volstrekt geen haast bij de uittreding
en ze kan best worden uitgesteld, totdat het den betrok*
kene schikt te betalen.
Is dit bedrag betaald, dan wordt in het Ledenregister
in het vak voor de „Gedagteekende verklaring van uit*