377 later mee, des te beter. Maar in de moeilijke en onrus* tige tijden, die wij beleven, is het toch zeer voorzichtig tijdig alle maatregelen te nemen, die de innerlijke kracht der Centrale Boerenleenbank kan versterken. En na al deze afschrijvingen blijft er nog een winst over van rond 769.000. Van deze winst moet het divi* dend over het gestorte op de aandeelen worden uitge* keerd, en van het overblijvende zullen door het Bestuur nog enkele uitkeeringen worden voorgesteld, maar het overgroote gedeelte kan in ieder geval bij het Reserve* fonds worden gevoegd. Volgens de Statuten krijgen wij de volgende winst* verdeeling: DeWinst over 1921 bedroeg 769.735.64 Hiervan komt terstond 10% aan het Re* servefonds 76.973.56 Blijft 692.762.08 Op het gestorte op de aandeelen wordt 4% uitgekeerd 6.012. 686.750.08 Hiervan 75% aan het Reservefonds 515.062.56 En het overige ter beschikking van de Algemeene Vergadering 171.687.52 Van dit laatste cijfer zullen door het Bestuur enkele uitkeeringen worden voorgesteld, maar zooveel moge* lijk zal ook nog van dit bedrag in het Reservefonds ge* stort worden, omdat, zooals reeds het vorig jaar door Bestuur en Raad van Toezicht werd betoogd, de Reser* ve zoo hoog mogelijk dient opgevoerd te worden. Over het jaar 1921 wordt dus in het Reservefonds gestort, zooals uit boven* 76.973.56 staande blijkt 515.062.56 592.036.02 Het bestaande Reservefonds bedraagt 522.681.42" Het Crisisfonds A bedraagt 169.917.70 Totaal Reservefonds 1284.635.14'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1922 | | pagina 5