375 Hier volge de Verliesen Winstrekening over 1921, waarbij wij de bemerking maken, dat er in een of ander cijfer nog een kleine wijziging zou kunnen komen, wijl de cijfers voorloopig zijn, maar hierdoor kan, wat het winstcijfer betreft, slechts een zeer gering verschil ont* staan. BATEN. Koerswinst effecten 416.627.80 Rente 746.742.25 Provisiën, deelname in syndicaten etc. 282.090.36 Winstaandeel N. V. Boerenhypoteek* bank 1920 633.35 1.446.093.76 LASTEN. Onkosten 140.629.47 Bijdrage pensioenfonds 25.000. Afschrijving gebouwen 1,600. Afschrijving meubilair 8.594.15 Afschrijving voorraad drukwerk, zegels enz. 534.50 Reserve voor afschrijving landbouw* debiteuren 500.000. Winst 769.735.64 1.446.093.76' Uit deze cijfers blijkt, dat de effecten, die het vorige jaar (1920) een koersverlies opleverden van 449.973.29 dit jaar (1921) eene koerswinst aanwijzen van 416.627.80. Het verlies op effecten in 1920 is dus in 1921 voor het grootste gedeelte ingehaald. Door het Bestuur en den Raad van Toezicht werd be= sloten in het Pensioenfonds te storten 25.000. Nu door de Algemeene Vergadering beslist is, dat de ambtenaren niet meer behoeven bij te dragen voor het pensioen* fonds, dient gezorgd te worden, dat dit Fonds aangevuld worde door stortingen, gedaan door de Centrale Boeren* leenbank.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1922 | | pagina 3