365 le. als hij zijne woonplaats elders vestigt, zoodat hij niet meer woont binnen den kring der Boerenleenbank. Het is immers billijk, dat een lid, wat naar eene andere gemeente verhuist, en dus een goede reden heeft om zijn lidmaatschap op te zeggen, vrijgesteld wordt van het betalen eener boete, die voor zulke gevallen niet be= doeld is. Maar men houde in het oog, dat hij enkel van het betalen der boete wordt vrijgesteld, en niet van de an= dere verplichtingen, waarvan art. 7 spreekt. Waneer iemand een voorschot heeft ontvangen, en hij vertrekt naar elders, dan is hij verplicht zijn voor* schot terug te geven, indien hij zijn lidmaatschap opzegt. Een eveneens, wanneer de Balans der Boerenleenbank een verlies zou aanwijzen, dan is degene, die wegens vertrek zijn lidmaatschap opzegt, verplicht zijn aandeel in het verlies te betalen. Het is echter ook mogelijk lid te blijven van de Boe? renleenbank, waar men eenmaal lid is, ook al vestigt men zijn woonplaatst elders, indien het Bestuur der plaatse lijke Boerenleenbank hiertoe zijne toestemming ven leent. Want als iemand niet vrijwillig bedankt blijft hij lid, totdat hij ontzet wordt. Welnu, zooals wij zullen zien, kan het Bestuur een lid ontzetten als het zijne woonplaats niet meer heeft bin= nen den kring der Boerenleenbank, maar behoeft dit niet te doen. Hieruit volgt, dat iemand, die zijne woonplaats elders vestigt, en om gewichtige redenen lid wil blijven, dit kan doen, als het Bestuur der Boerenleenbank hiermede im stemt. Van het betalen der boete wordt nog vrijstelling vers leend: 2e. als er een nieuwe boerenleenbank wordt opge* richt, die zich geheel of ten deele over een kring uit« strekt, waarin reeds eene boerenleenbank bestond. Het gebeurt meermalen, dat eene boerenleenbank wordt opgericht voor ééne gemeente, welke echter ver«

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1922 | | pagina 9