359 delijke streken geplaatst is; zeer soliede ondernemingen en instellingen hebben op die wijze geld verkregen. Maar, helaas! het is ook gebleken, dat ondernemingen waarvan men niets kende, en die later bleken van zeer twijfelachtig allooi te zijn, eveneens veel geld in vers schillende gemeenten hebben geplaatst, en dat is voor* zeker te betreuren, want dan weet men bijna te voren, dat men zijn geld voor een flink stuk kan kwijt zijn. Wanneer er dan ook onder de leden onzer boeren* leenbanken spaarders zijn, die over zooveel geld be* schikken, dat zij een deel vaster willen beleggen, dan zal voor dezen het nemen van één of meer aandeelen in de Nederlandsche Landbouwbank een goede beleg* ging zijn, waardoor zij eene hun goed bekende onder* neming tot bloei brengen, en daardoor medewerken, om het landbouwcrediet krachtig te maken. Zeker, er is geen enkele onderneming, waarvan men met alle mogelijke zekerheid kan zeggen, dat zij onder alle omstandigheden solied zal blijven; wie had, bijvoor* beeld voor enkele jaren kunnen denken, dat de Rus* sische stukken zoo goed als zonder waarde zouden wor* den? Wie, dat de Mark tot de waarde van één cent en minder zou dalen? Aan iedere belegging, ook de meest soliede is eenig risico verbonden. Daarom moet men bij beleggingen steeds de vraag stellen, of men, zoover men beoordeelen kan, eene so* liede belegging doet. En dan wenschen wij in herinnering te brengen, dat bij de Nederlandsche Landbouwbank er in de Statuten voor gewaakt is, dat de zeggingsmacht steeds blijft bij de landbouwvereenigingen, (Nederlandsche Boeren* bond, Provinciale Land* en Tuinbouwbonden, Centrale Boerenleenbank enz.) die de aandeelen A. genomen heb* ben. Want genoemde aandeelhouders A. benoemen de Commissarissen en Directie. Op zulke wijze is ervoor gezorgd, dat de landbouw* vereenigingen baas blijven in eigen huis.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1922 | | pagina 3