358
zullen waarschijnlijk onze landbouwers en tuinders eerst
dan hunne producten goed kunnen verkoopen, en een
voldoende afzetgebied verkrijgen, als zij georganiseerd
in krachtige vereenigingen kunnen optreden. En daar*
voor is ook eene krachtige Credietinstelling noodig, web
ke wij vinden in de Nederlandsche Landbouwbank, die
wij tot nog hooger bloei willen opvoeren.
Maar dan dienen de beheerders onzer plaatselijke boe*
renleenbanken er ook diep van overtuigd te zijn, dat zij
kunnen en dienen mede te werken, om deze Nederland*
sche Landbouwbank tot bloei te brengen.
En dat kunnen zij, indien zij besluiten om de reserve*
fondsen der boerenleenbanken geheel of ten deele in
deze aandeelen te beleggen.
Het is te verwachten, dat deze aandeelen jaarlijks een
behoorlijk dividend kunnen uitkeeren; over 1919 en 1920,
de eerste jaren van de oprichting, werd 5% uitgekeerd,
en over 1921 zal (wellicht zelfs 7%) gegeven wor*
den.
Maar niet enkel voor de reserven der boerenleenban*
ken zijn deze aandeelen eene goede belegging, ook voor
onze landbouwers en tuinders, die over geld te beschik
ken hebben, dat zij meer vast kunnen beleggen.
Wanneer een spaarder geld op de boerenleenbank
heeft geplaatst, en hij voorziet, dat hij dat geld binnen
enkele maanden noodig heeft, dan zou het zeer onver*
standig zijn, om dit van de boerenleenbank af te nemen,
om het op welke wijze ook te beleggen. Zelfs zouden
wij het ten sterkste afraden, indien een spaarder geld
op vaste wijze ging beleggen, dat hij waarschijnlijk bin*
nen een paar jaren zal moeten opvragen.
Maar er zijn ook spaarders, die zoo goed als zeker we*
ten, dat zij een flink gedeelte van hun spaargeld binnen
afzienbaren tijd niet zullen noodig hebben; en deze per*
sonen zijn dan geneigd, om hun geld te beleggen op een
wijze, die meer rente geeft, al wordt het dan ook voor
langen tijd vastgelegd.
En de ondervinding heeft geleerd, dat er in den laat*
sten tijd veel geld in obligaties en aandeelen in onze lan*