366 schillende parochies telt. Als zulke boerenleenbank meer en meer populair wordt, en een groot aantal leden gaat tellen, wordt nog al eens de behoefte gevoeld, om evenveel boerenleenbanken op te richten, als er paro» chies zijn, wijl het parochieel verband gewoonlijk nau» were relaties brengt dan enkel het gemeentelijk ver» band, vooral indien de parochies, welke tot dezelfde ge» meente behooren, ver van elkaar verwijderd liggen. In zulk geval wordt geen boete geheven van de leden der bestaande boerenleenbank, welke naar de nieuwe boerenleenbank wenschen over te gaan, wat eenieder billijk zal achten. Maar opdat de boete niet geheven mag worden, is de toestemming vereischt van het Bestuur der Centrale Boerenleenbank tot oprichting der nieuwe boerenleen» bank. Het Landbouwcrediet in België. III. (Slot) Leeningen op Grondcrediet. Evenals in ons land, geven ook in België de boeren» leenbanken enkel voorschotten tot uitoefening en verbe» tering van het bedrijf, en niet tot het aankoopen van landerijen, huizen of boerderijen. Ook daar is men van meening, dat het geld der spaargelden niet voor al te langen tijd mag worden vastgezet, zooals zulks door het geven van grondcrediet geschiedt. Toch wenscht men het grondcrediet niet te verwaar» loozen, en om deze reden stichtte men een bijzonderen dienst, en wel bij de Centrale Boerenleenbank of Mid» dencredietkas van Leuven. Van het beginsel uitgaande, dat geld, wat men voor langen tijd uitleent, ook slechts na langen tijd moet be» hoeven terug te betalen, gaf de Leuvensche Midden» credietkas schuldbrieven uit, pandbrieven genaamd, wel» ke eerst na langeren tijd behoefden uitgeloot te worden,

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1922 | | pagina 10