343 gelezen en behandeld, dan zullen Bestuur en Raad van Toezicht ook gemakkelijk hunne verantwoordelijkheid kunnen dragen, en een heerlijk werk verrichten van ons derling hulpbetoon en christelijke naastenliefde. Deelname aan het Vereenigingsleven. In de Deutsche landwirtschaftliche Genossenschaftss presse van 30 Januari j.1. was eene rede opgenomen van een der voormannen der boerenbeweging in Duitschs land, den Landesökonomierat Ho'nenegg te München, waarin aangespoord werd tot meer deelname aan het vereenigingsleven, vooral omdat de samenwerking van allen, die het boerenbedrijf uitoefenen, noodzakelijk ges acht werd tot verbetering der toestanden zoowel voor den landbouwer zelf als voor de geheele samenleving. In deze rede treffen ons de volgende woorden: Een noodzakelijke voorwaarde, om het voortbestaan van het boerenvereenigingswezen te verzekeren, is de zorg, om opvolgers te krijgen in het vereenigingsleven. Als wij bij de vergaderingen van onze landbouwvers eenigingen om ons heen zien, zijn het dan niet bijna als tijd dezelfde gezichten die wij ontmoeten, zijn het niet in overwegend aantal vergrijsde mannen, die een kwart eeuw en langer, in belanglooze toewijding onze edele zaak hebben gediend? Waar zijn de jonge lieden, die het erfdeel hunner vaderen ook in het vereenigingsleven, moeten overnemen? Zij blijven maar al te dikwijls te lang zonder voldoende belangstelling, en houden zich afzijds. Laten ze toch tijdig binnenkomen in onze geledes ren, opdat zij belangstelling, begrip, begeestering en ges noegen krijgen in onze zelfhulp door het vereenigingss leven. Hier de helpende hand te bieden is vóór allen plicht van de besturen, van de geestelijken en van de onderwijzers. Wat hier de Duitsche voorman zeide, is ook waar voor vele vereenigingen en voor vele boerenleenbanken.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1922 | | pagina 3