MEDEDEELINGEN No. 67 JANUARI 1922 VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN Mcdedceling. In de Commissie tot bestudeering van het Kringens vraagstuk heeft, behalve de reeds genoemde heeren, zit? ting de heer Mr. Th. Aquarius, te Haelen, Voorzitter van den Raad van Toezicht der Coöp. Centrale Boereas leenbank. In de vorige opgave was deze naam abusievelijk niet opgenomen. De Gulden Middenweg. Er is een Fransch spreekwoord, dat zegt: Le mieux est l'ennemi du bien, d. w. z. Het betere is de vijand van het goede. Dit spreekwoord heeft een zeer practische beteekes nis, want maar al te veel wordt door hen, die grootsche plannen hebben, en zeer veel willen doen, het goede nagelaten, omdat zij te veel hooi op hun vork willen nemen. Ook bij het besturen der boerenleenbanken moet men dit spreekwoord indachtig zijn. Want zoo gemakkelijk wordt men door zijn goed hart verleid, om door middel der boerenleenbanken allen te willen helpen, die hulp behoeven. En dan moet het vers stand zich afvragen, of dit wel mogelijk is, zonder de instelling der boerenleenbanken in gevaar te brengen. Bij het ontstaan der boerenleenbanken in ons Land, was er van het middenstandscrediet nog weinig te bes speuren. En daarom waren er velen, die de vraag stelden, j of men de weinige middenstanders, die er op een dorp

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1922 | | pagina 1