336
percent hoogere rente, dan voor de voorwaardelijke
belegging, (onder 2e bedoeld) vergoed werd.
In geen geval kan de storter zijn geld terugvorderen
vóór het einde van den termijn; wel kan hij zijn geld
geheel of ten deele op andere personen laten overschrijd
ven. Deze vaste beleggingen kunnen zoowel op een
spaarboekje op naam van den spaarder worden ges
plaatst, als op een titel aan toonder, waardoor het geld
gemakkelijker aan anderen kan worden overgedragen.
Op bovenstaande drie wijzen zijn vele millioenen aan
de Leuvensche Middencredietkas toevertrouwd, zooals
uit onderstaand staatje blijkt. En in het jaar 1921 zijn
deze bedragen nog belangrijk vermeerderd.
In oorlogstijd heeft de Middencredietkas zeer veel
spaargelden ontvangen, onder andere ook om deze re*
den, dat zij 3% rente bleef vergoeden, hoewel de meeste
andere banken slechts 1V» tot 1 rente gaven.
Vermelden we nog, dat de Belgische Staat, bij wet
van den 29 October 1919 ingevoerd heeft dat 10% bes
lasting geheven wordt van de rente. Deze belasting
neemt de Middencredietkas voor hare rekening.
De volgende tabel geeft een overzicht van het bedrag
der spaargelden, die aan de Middencredietkas te Leuven
zijn toevertrouwd:
- -
-
-
Spaargelden in franken
Op zicht
Op termijn
Jaar
Van de
Van
spaar- en
bijzondere
10 jaar
5 jaar
2 jaar
leenkassen
spaarders
1897
37.487
28.436
1900
293.269
85.622
1905
4.914.766
200.992
1910
11.529.517
453.683
1913
15.517.251
593.119
1914
15.941.987
579.542
1915
22.103.363
620.477
1916
38.838.018
1.085.868
1917
74.783.633
1.243.917
1.334.750
1918
168.834.531
2.716.386
29.428.509
11.485.453
1919
147.784.686
4.905.733
48.620.038
13.683.667
1920
144.866.563
5.464.958
61.957.483
16.511.443
6.000