335
de overtollige spaargelden der plaatselijke boerenleem
banken in deposito, maar zij neemt ook spaargelden aan
rechtstreeks en voor eigen rekening. Dit laatste ges
beurt in ons Land niet.
Rechtstreeks kan iemand bij de Middencredietkas zijn
geld beleggen op 3 verschillende wijzen:
le. op zicht, dat wil zeggen, dat men dit spaargeld
terstond of met een korten opzeggingstermijn kan
opvragen.
2e. voor 5 en 10 jaren, maar voorwaardelijk, zoodat
men het onder zekere omstandigheden kan terugkrijg
gen. Voor deze belegging wordt een hoogere rente vers
goed, dan voor de spaargelden, welke onmiddellijk
kunnen teruggevraagd worden.
Deze wijze van belegging werd in 1917 ingevoerd. Het
gestorte geld wordt, vóór het einde van den termijn,
door de Middencredietkas terugbetaald, onder afhom
ding van 2%, zoo de storter of zijne erfgenamen het
noodig hebben in de volgende gevallen:
a. bij sterfgeval, wanneer de erfgenamen uit onvers
deeldheid willen geraken;
b. bij aankoop van onroerend goed, of het bouwen
eener woning;
c. bij het uithuwelijken der kinderen, om aan de
ouders gelegenheid te geven hen behoorlijk te instak
leeren.
Mocht bovendien de storter, tengevolge van bijzons
dere omstandigheden, zijn geld volstrekt noodig hebs
ben voor zijn bedrijf, zoo kan hij aan de Middencrediets
kas zijn geld opvragen; en al is de Centrale Bank niet
verplicht het geld terug te geven, toch zal zij deze aam
vrage steeds in welwillende overweging nemen. Wordt
de aanvrage toegestaan, dan wordt eveneens 2% gekort.
Het staat verder den belegger steeds vrij, het bedrag,
dat hij gestort heeft, zonder kosten of afhouding, geheel
of ten deele op andere personen te doen overschrijven.
3e. vaste geldbeleggingen voor 2, 5 of 10 jaren.
In 1920 werden door de Leuvensche Middencredietkas
gelden aangenomen als vaste belegging, tegen een half