312 noch verplicht zijn bij de Centrale Boerenleenbank ge» deponeerd te worden, en eerst dan kan men van BE' LEGGING dezer 50.000 spreken. Wat verstaat men door belegging? Belegging wil hier zeggen, dat de Boerenleenbank, voornamelijk ter wille van haar eigen voordeel, eene som bij andere personen of andere lichamen of in effecten plaatst, totdat zij deze noodig heeft, hetzij om voor» schotten te geven, of om spaargelden terug te betalen. Belegging is dus vooral irihet voordeel der boerenleen bank, en niet op de eerste plaats ter wille van dengene, die het geld ontvangt. Daarom mag men voor deze be» leggingen een grootere rente vragen, dan men van zijne leden voor het verstrekken van voorschotten laat be» talen, en wat het voornaamste is, men moet deze be legging terug vorderen, als de boerenleenbank deze noo» dig heeft, ook al zou deze terugbetaling zeer ongelegen komen aan dengene, die het geld ontvangen heeft. Hier» uit volgt, dat eene Boerenleenbank, ook ter wille van de aanvragers, niet gemakkelijk moet zijn met gelden te verstrekken, hetzij op hypotheek of op ander onderpand, want als er veel geld van de spaarbank terug gevraagd wordt, zal zij misschien na enkele weken of maanden verplicht zijn, het belegde geld terug te vorderen. Men ziet dus, dat de belegde gelden teruggevorderd moeten worden, vooraleer men bij de Centrale Boeren» leenbank over het Va der gedeponeerde gelden kan be» schikken. Iedere Boerenleenbank kan, en moet zulks weten; en toch gebeurt het wel eens, dat het bestuur eener boeren» leenbank zich gestoord toont, omdat de Centrale Boe» renleenbank aan deze bepaling van het Huishoudelijk Reglement stipt de hand houdt. Natuurlijk, ook hier zijn uitzonderingen mogelijk. Veronderstel, dat eene Boerenleenbank eene som van meer dan 100.000 zou kunnen beleggen, en dat het eigen Gemeentebestuur eene leening van een 20.000 ge»

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1921 | | pagina 4