MEDEDEELÏNGEN No. 66 DECEMBER 1921. VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN Mededeeling. Ter vervanging van den Heer Mr. W. K. S. VAN HAASTERT, aan wien op zijn verzoek eervol ontslag werd verleend, belastte het Bestuur den Secretaris, den Heer Mr. V. G. G. M. DUBOIS met de waarneming van den post van Chef der Inspectie, terwijl de heer H. VERBEETEN benoemd werd tot Eersten Inspecteur. Wat beteekent „BELEGGEN" bij plaatselijke Boerenleenbanken. Herhaaldelijk komt het nog voor, dat er geen juist bes grip heerscht omtrent hetgeen, wat men beleggingen noemt bij onze plaatselijke boerenleenbanken. Ja, het gebeurt, dat er ontstemming heerscht, omdat het Bes stuur der Centrale Boerenleenbank aan de ééne boerens leenbank toestaat, wat het aan de andere moet weiges ren, omdat de toestand der boerenleenbank verschilt. Daarom is het wel wenschelijk eens duidelijk in het licht te stellen, wat men hier onder „beleggingen" te vers staan heeft. Iedere plaatselijke boerenleenbank mag de bij haar ins gelegde spaargelden gebruiken, om bedrijfsvoorschotten aan hare leden te geven. Voor dit doel mag zij al hare spaargelden gebruiken, en zouden deze niet voldoende zijn, dan kan zij bij de Centrale Boerenleenbank aans kloppen, om hiervoor geld te bekomen, en zoolang de Centrale Boerenleenbank bestaat, is nog nooit door eene

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1921 | | pagina 1