301 ben gebaat en zat er doorgaans niet veel anders op dan een geschikter tijd af te wachten vaak met dit om gewenschte gevolg, dat ofwel de werking der Boeren? leenbank in eenig opzicht moest worden stopgezet ofwel een onwettige toestand in het leven trad. Om dit nu te verhelpen, is bij gelegenheid der groote herziening van de modelstatuten der plaatselijke Boe? renleenbanken in 1914 aan Artikel 44 een zevende lid toegevoegd. Dit zevende lid bevat het volgende: „Is het aantal ter Algemeene Vergadering opgekomen „leden te gering, om verkiezingen te kunnen houden of „besluiten te kunnen nemen, dan wordt binnen veertien „dagen opnieuw eene Algemeene Vergadering opgeroe? „pen, die verkiezingen kan houden en besluiten nemen, „ongeacht het aantal opgekomenen. De dagorde dezer „Algemeene Vergadering mag geen andere punten be? „vatten dan die, welke bij de eerste oproeping was ge? „voegd." Nu blijkt het, dat hier en daar deze bepaling een ver? keerde toepassing vindt en daarom achten wij het noo? dig, aan deze kwestie een korte bespreking te wijden. Met voorbijzien van het nut en de noodzakelijkheid eener goede opkomst ter Algemeene Vergadering is men bij sommige Boerenleenbanken al zoozeer in het toe? nemende afwezig?blijven der leden gaan berusten, dat men niet eens meer een Algemeene Vergadering vol? gens Artikel 44, eerste lid, met een voldoend aantal leden, om verkiezingen te houden en besluiten te nemen, verwacht en TEGELIJK met de oproeping voor die vergadering een tweede met gelijke dagorde verzendt voor een tweede Algemeene Vergadering op denzelfden dag ongeveer een half uur later, welke verkiezingen zal houden en besluiten nemen ongeacht het aatal aan? wezigen. Zóó vast is men ervan overtuigd, dat de eerste wegens te geringe opkomst mislukken zal. Vooreerst is deze toepassing van Artikel 44, zevende lid een taktische fout, omdat ze niet veel minder is dan

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1921 | | pagina 9