298 volgens de Coöperatieswet zijn opgericht, (en dat geldt voor de overgroote meerderheid der boerenleenbanken bij de Centrale Boerenleenbank van Eindhoven aanges sloten) het woordje „alleen" geschrapt, zoodat ook an== dere bewijsmiddelen kunnen gebruikt worden, om te bes wijzen, dat iemand lid is eener boerenleenbank. Maar men heeft naar geen andere bewijsmiddelen te zoeken, zoodra men het LedensRegister kan vertoonen, waarin de handteekening volgens art. 4 voorkomt. Er wordt ook gesproken van eene notarieele akte, in afschrift aan dat Register gehecht. Wanneer kan het voorkomen, dat zulke notarieele akte noodig is? Zulks kan voorkomen, als iemand lid wil worden, die niet kan schrijven, ofwel, omdat hij het nooit ges leerd heeft, ofwel, omdat hij een gebrek aan zijn hand heeft, die hem het schrijven belet. Teekenen met een kruisje is dus geen bexvijs van lidmaatschap als de bei trokken persoon ontkent, als lid te zijn toegetreden. Nu zou het nog kunnen gebeuren, dat iemand, die het Register geteekend heeft later zou zeggen: „Ja, ik ben indertijd wel als lid toegetreden, en heb het Register geteekend, maar ik kon geen lid worden, want ik was toen geen lid van den Boerenbond, of ik was nog lid van eene andere boerenleenbank, en dus ben ik geen lid en heb geen aansprakelijkheid." Neen zeggen de Status ten zoo iets zal u niet baten, want nu komt het twees de lid van Art. 4. 2. Wanneer iemand in evengenoemd Rei gister geteekend heeft, kan hij zich ter ontkem ning van zijn lidmaatschap niet beroepen op het ontbreken van een der vereischten, gei noemd in Art. 3. y Domicilie. Het komt hier en daar voor, dat de leden eener boes renleenbank niet allen wonen in de gemeente, waar de zetel is der boerenleenbank, bijvoorbeeld als eene boes

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1921 | | pagina 6