303
zevende lid, te kunnen houden, moet nauwkeurig aan de
daarvoor gestelde voorwaarden zijn voldaan. Dit geldt
ten eerste den termijn voor de oproeping, welke zich
uitstrekt over de veertien dagen welke onmiddellijk
volgen NA de vaststelling der te geringe opkomst op
de eerste Algemeene Vergadering en ten tweede den
inhoud der dagorde, welke geen andere punten mag
bevatten, dan die, welke bij de eerste oproeping was
gevoegd.
Wij vertrouwen, dat hiermede elk misverstand uit den
weg zal zijn geruimd en tevens, dat de Besturen ernaar
zullen streven, om de opkomst der leden ter Algemeene
Vergadering zoo groot mogelijk te doen zijn. Dit laatste
toch achten wij voor een BLIJVENDEN bloei der Boe=
renleenbank van onberekenbare waarde.
De vermelding van het kassaldo in de notulen
der Bestuursvergaderingen.
Artikel 30, 6e der Statuten legt den Kassier dei-
Boerenleenbank de verplichting op, om maandelijks
voor zijn Bestuur afrekening te doen. Deze afrekening
geschiedt, gelijk de „Gids" op bladzijde 82 onder vraag
XIV nader beschrijft, door afsluiting van het Dagboek
bij den aanvang der maandelijksche Bestuursvergade=
ring, „opdat het Bestuur in staat zij, onmiddellijk de Kas
op te nemen en den inhoud te vergelijken met het bes
drag, dat volgens de afsluiting van het Dagboek aan=
wezig moet zijn."
Bekend is de wijze waarop een en ander geschieden
moet.
De Kassier sluit de Dagboekkolommen af, vermeldt
in de kolom „aanmerkingen" het totaal der ontvangsten,
daaronder dat der uitgaven en door het eene van het
andere af te trekken verkrijgt hij het bedrag, dat in de
Kas moet zijn.
Deze afsluiting moet het Bestuur controleeren. Het
doet dit door de uitkomsten der kolommen 6, 7, 8 en 9