302
een aanmoediging, om weg te blijven. Zoo ongeveer als:
„Komt ge niet dan is het ook goed. Wij redden ons wel."
Ten tweede is zij op zich zelf verkeerd, omdat die
tweede Algemeene Vergadering NIET verkiezingen kan
houden en besluiten kan nemen ongeacht het aantal aan*
wezige leden. Want DIE Algemeene Vergadering is niet
de Algemeene Vergadering van Artikel 44, zevende lid
der Statuten.
Men zie den inhoud daarvan er maar eens scherp
op na.
Artikel 44, zevende lid, bevat een uitzondering op den
regel voor het houden van verkiezingen en het nemen
van besluiten, voor de Algemeene Vergadering gesteld.
Dat zevende lid wijst een Algemeene Vergadering aan,
welke niet aan den regel is gebonden, dat meer dan de
helft der leden aanwezig moet zijn en aan de stemming
moet deelnemen.
Maar het wijst die Algemeene Vergadering als met
den vinger aan en onderscheidt haar van elke andere
Algemeene Vergadering. Het zegt: „Is het aantal ter
Algemeene Vergadering opgekomen leden te gering om
verkiezingen te kunnen houden of besluiten te kunnen
nemen, DAN wordt binnen veertien dagen opnieuw
een Algemeene Vergadering OPGEROEPEN."
Eerst moet dus zijn vastgesteld, dat het aantal op*
gekomenen te gering is en DAN WORDT binnen veer®
tien dagen de tweede Algemeene Vergadering OPGEs
ROEPEN. DEZE Algemeene Vergadering kan verkies
zingen houden en besluiten nemen ongeacht het aantal
opgekomenen.
Heeft de oproeping te laat plaats dan is niet voldaan
aan de voorwaarde van Artikel 44, zevende lid en kan
de tweede Algemeene Vergadering niet besluiten nemen
of verkiezingen houden ongeacht het aantal opges
komenen.
En evenmin kan zij het, wanneer de oproeping te
vroeg geschiedde.
Om de Algemeene Vergadering, bedoeld in Artikel 44,