284 Persoonlijke borgstelling naast Hypothecaire zekerheid. Niet zelden wordt tot meerdere zekerheid van de terugbetaling der voorschotten en van de nakoming der overige daarbij opgelegde verplichtingen naast een persoonlijke borgstelling een hypothecair onderpand gegeven ofwel ter aanvulling van een niet geheel vols doende hypothecaire zekerheid een persoonlijke borg? stelling geëischt. Hier en daar heeft men de gewoonte, om in zoodanig geval behalve de notariëele akte voor de hypotheek een afzonderlijke onderhandsche akte (op een der gewone schuldbekentenis=formulieren, welke de Centrale Bank levert) voor de persoonlijke borgstelling te laten tee* kenen. Wanneer gelijk het gebruikelijk is zoowel de hypothecaire zekerheid als de persoonlijke borgstelling zich over de GEHEELE schuld uitstrekken, schuilt in bovenvermelde handelwijze een fout. Want aangenomen, dat de schuld tweeduizend gulden groot is dan zal de schuldenaar een hypo* thecaire akte van tweeduizend gulden en een onderhands sche akte van tweeduizend gulden (te zamen voor viers duizend gulden) hebben geteekend. De Boerenleenbank kan daardoor zeer zeker geen schade beloopen en onder de gegeven omstandigheden is ook elk gevaar voor den voorschotnemer wel uiP gesloten. Maar waarom een onjuistheid gehandhaafd, welke gemakkelijk kan worden vermeden? In den „GIDS" op bladzijde 50 vindt men het model eener hypotheekakte met (persoonlijke) borgstelling, op blads zijde 55 dat eener hypotheekakte voor crediet in loos pende rekening met (persoonlijke) borgstelling. Deze modellen kunnen worden gevolgd, om beide vormen van zekerheidstelling in één notariëele akte op te nemen. Alsdan wordt door den voorschotnemer slechts éénmaal voor het volle bedrag schuld erkent overeenkomstig de werkelijkheid.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1921 | | pagina 8