283 lid moet wezen van den Boerenbond indien zulks in het algemeen belang is. Als men bijvoorbeeld geen geschik» ten kassier kan vinden onder degenen die lid zijn van den Boerenbond dan is er reden, om iemand als lid van de boerenleenbank aan te nemen die geen lid kan zijn van den Boerenbond. Maar dan wordt gevorderd de toe» stemming van het Bestuur der Centrale Boerenleenbank. Deze regeling is neergelegd in de volgende bepalingen der Statuten: 2. Het Bestuur van de Boerenleenbank kan, om bijzondere redenen, van het bepaalde om der 1 sub 5, vrijstelling verleenen, onder goed keuring van het Bestuur der Coöperatieve Centrale Boerenleenbank. 3. Rechtspersoonlijkheid bezittende ven eenigingen, ten bate van den landbouw op gericht, kunnen als gewone leden tot de Boe renleenbank worden toegelaten. In vele gemeenten bestaan vereenigingen, ten bate van den landbouw opgericht, zooals bijv. de plaatselijke af» deelingen van den Land» en Tuinbouwbond, zuivel» fabrieken, veilingsvereenigingen, enz. Als deze ver» eenigingen rechtspersoonlijkheid bezitten, kunnen zij als gewoon lid tot de boerenleenbank toetreden. In de Statuten van deze vereenigingen wordt gewoon» lijk bepaald, wie de vereeniging kan verbinden of namens de vereeniging kan teekenen; men lette hierop, om te weten, welke personen namens de vereeniging het ledenregister moeten teekenen. Ditzelfde onderzoek moet o. a. plaats hebben als zulke vereeniging een voor» schot vraagt. Er zijn bijzondere bepalingen gegeven welke in acht moeten genomen worden bij het geven van credieten aan zulke vereenigingen. In ieder geval moet tevoren de goedkeuring van het Bestuur der Centrale Boerenleen» bank verkregen zijn, zooals art. 49 1 sub 8 voorschrijft.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1921 | | pagina 7