282 lcomen als de kring, waarover eene boerenleenbank zich uitstrekt, gesplitst wordt. Het gebeurt meermalen dat bij de oprichting eener boerenleenbank eene geheele ge* meente wordt genomen als de kring, waarover zij zich uitstrekt. Maar als in zulke gemeente twee of meer parochies zijn, en het aantal leden sterk is toegenomen, zoodat iedere parochie eene goed*werkerïde leenbank kan vormen, dan komt het herhaaldelijk voor, dat zulke boerenleenbank gesplitst wordt en dat er in denzelfden kring twee boerenleenbanken komen. Indien nu bij de bestaande boerenleenbank iemand, die in den kring dei- nieuwe boerenleenbank woont, een voorschot heeft en liever lid blijft bij de bestaande boerenleenbank, totdat hij zijn voorschot heeft afgelost, dan is daartegen geen bezwaar. Immers bij zulke gelegenheden mag het Be* stuur eener Boerenleenbank wel geen leden meer aan nemen, die buiten den kring wonen maar de Bank mag wel de reeds toegetreden leden behouden. 5. dat men lid zij van den Boerenbond. Over deze bepaling is nog pas in het begin van het jaar uitvoerig in deze Mededeelingen (bl. 145 vlgd.) ge* sproken, en op de laatst gehouden Algemeene Vergade* ring is op de handhaving dezer bepaling ten zeerste aan* gedrongen. Er zal dan ook eene blijvende Commissie benoemd worden, om de samenwerking der boerenleen* banken met den Boerenbond (d. w. z. met de plaatselijke afdeelingen der verschillende diocesane Land* en Tuin* bouwbonden) zooveel mogelijk te bevorderen. In het begin van den Boerenbond zijn er enkele, zeer weinige boerenleenbanken, opgericht, waarin dit voor* schrift niet voorkwam wijl er of wel nog geen Boeren* bond bestond, of er ernstige redenen waren om deze bepaling niet op te nemen. Het is hoogst wenschelijk, dat deze boerenleenbanken alsnog de bepaling opnemen dat althans de nieuwe toetredende leden ook lid moeten zijn van den betrokken Land* en Tuinbouwbond. Gelijk vroeger reeds gezegd is, kan er eene uitzonde* ring op den regel gemaakt worden, dat ieder lid tevens

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1921 | | pagina 6