278 der Aandeelen*Boerenhypotheekbank no. 12 niet bij onze Centrale ingekomen. Wij verzoeken daarom de heeren Kassiers der betrok* ken banken dringend, deze stukken onverwijld ons toe te zenden. De Staat van eerste inschrijving vereischt voor alle hypotheken. Het is niet aangenaam, op een eenmaal genomen be* sluit terug te komen, indien dit bedoeld was als een tegemoetkoming. Wanneer echter blijkt, dat men daar* door een verkeerden weg heeft ingeslagen, dan is het verstandig, zich niet lang op terugkeer te beraden. In deze omstandigheid verkeert het Bestuur der Centrale Boerenleenbank ten aanzien van het in het begin dezes jaars genomen besluit aangaande de door den beëedig* den klerk onderteekende verklaring van inzage voor hypotheken, kleiner dan vijfduizend gulden. Door genoemd besluit meende het Bestuur der Cen* trale Boerenleenbank tegemoet te komen aan de klach* ten betreffende de hooge kosten voor een officiëelen Staat van eerste inschrijving, reeds ettelijke jaren van verscheidene kanten geuit, waardoor het langzamerhand de overtuiging was opgedrongen, dat ter wille van de hypothecaire voorschotnemers bij de plaatselijke Boe* renleenbanken zoo eenigszins mogelijk een mid* denweg moest worden gezocht. Sindsdien is het duidelijk geworden, dat die klachten niet zoozeer kwamen van de zijde der betrokken voor* schotnemers alswel van die der heeren notarissen, die de Kassiers op de hoogere kosten voor een Staat van eerste inschrijving tegenover een eenvoudige „inzage" wezen, wanneer op toezending van den Staat van eerste inschrijving werd aangedrongen En de heeren Kassiers maakten zich tot tolk van die beweringen tegenover de Centrale Bank. (Het besluit betreffende de door den beëedigden klerk onderteekende verklaring ingetrokken.)

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1921 | | pagina 2