291
De Coöperatieve Boerenleenbank en het
Handelsregister.
De Coöperatieve boerenleenbank te Heeze zond ons
der dagteekening van 27 October 1921, het volgende
schrijven aan de Coöp. Centrale Boerenleenbank:
Naar aanleiding van Uw brief van 12 September 1921
letter Inspectie no. 1661 hebben wij het genoegen UEd.
te berichten, dat naar aanleiding van ons rekest onze
Boerenleenbank volgens brief van den Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel van 13 October 1921
Nr. >16718 Afd. Handel, is gerangschikt in de Ie klasse
der schaal naar een kapitaal van niet meer dan 10.000.
De Boerenleenbank te Heeze.
De Kassier,
w. g. G. VAN ASTEN.
Kort overzicht van het ontstaan en de inrichting
van de Boerenleenbanken en van de Centrale
Boerenleenbank te Eindhoven.
X. (Vervolg van bladz. 276.)
Met waardeering mogen wij ook melding maken van
den steun, die de opeenvolgende Regeeringen aan het
Nederlandsch landbouwcrediet verleenden. Sinds 1899
werd een post op de Staatsbegrooting gebracht om in
de oprichtingskosten der plaatselijke boerenleenbanken
te gemoet te komen. Vanaf 1901 ontvingen de Centrale
Boerenleenbanken eenige regeeringssubsidie, wat thans
nog slechts in dezen vorm bestaat, dat de Staat een ge*
deelte der kosten van controle betaalt, die door een
accountantskantoor, door den Minister van Landbouw
aangewezen, wordt uitgeoefend. Tweemaal 's jaara
wordt een accountantsverslag aan dezen Minister uit=
gebracht. Sinds 1920 is echter de subsidie geheel vers-
vallen.
Overgenomen uit
„Neerlands Welvaart