267
neutraliteit niet enkel geheel te verdrijven uit zijne
boerenleenbanken, (caisses rurales) maar zelfs om ze te
behoeden van iedere toenadering tot de neutrale ver*
eenigingen. Hij heeft hiervoor gewerkt met een stand*
vastigheid en vastberadenheid, die dikwijls als on*
verdraagzaamheid werd voorgesteld. Hij was een man
van plicht: had hij zijn plicht klaar erkend, dan wist
hij van geen buigen of wijken, vooral als het katholieke
belangen gold.
Op een Congres te Mende in 1908 zeide hij o.a.: „Wat
is de neutraliteit der sociale werken anders, dan de
geheele verwezenlijking van het programma der vijan*
den van ons Geloof op sociaal terrein?
Wat is de neutraliteit anders dan God onbekend en
vergeten op een gebied, dat men op zulke wijze aan
Zijn gezag onttrekt?
Door de neutraliteit te aanvaarden verwijdert gij wel
zelf de kruisbeelden niet, maar gij laat toch toe, dat zij
verwijderd worden.
De neutraliteit zegt men verzekert u eenige
stoffelijke voordeelen!
Zeker maar laat gij op het slagveld uw vlag in
den steek om een etenskorf te redden?
En zoudt gij de neutraliteit aanvaarden om stoffelijke
voordeelen, zijt gij dan wellicht niet evengoed een ver*
rader?
God overal gekend, overal bemind, overal geëerd en
gehoorzaamd, overal als onze Opperste Schepper, Heer,
Rechter en Verlosser uitgeroepen, ziedaar wat onze
katholieke partij verlangt.
Ik heb veel gestreden sinds vijftien jaren; ik heb de
slagen onzer vijanden opgevangen, en ik ben fier op
de toegebrachte wonden. Maar de slagen, die van be=
vriende zijden komen slaan wonden in het hart die niet
genezen."
Op zulke wijze verdedigde Louis Durand, die de ziel
was der katholieke boerenleenbanken en tot aan zijn
dood President van den Bond der boerenleenbanken,
deze instellingen, en zette zich schrap tegen alle pogin*
gen, om de neutraliteit binnen te halen. In Frankrijk