262 Hoevelen, die toen de boerenleenbanken werden op? gericht, hun steun verleenden, hoewel meenend nooit ervan te behoeven gebruik te maken, hebben later den dag gezegend, dat zij deze instellingen tot stand brachten. Laten wij trachten iedere boerenleenbank krachtig en sterk te maken zoowel, door dat alle bestuurders hun plicht nauwgezet vervullen, als door dat alle leden hunne organisatie trouw steunen. En als dan de plaatselijke boerenleenbanken op hare beurt, de Centrale Boeren? leenbank steunen, dan zal ook deze in staat zijn alle aangesloten banken te helpen, die uit eigen middelen hare leden niet voldoende crediet kunnen geven. Zoo helpt de ééne den andere, en zal de oude, christelijke leuze bewaarheid worden: Allen voor één en één voor allen. Moge dit, onder Gods zegen in de toekomst steeds zoo blijven. Verklaring van de Statuten der plaatselijke Boerenleenbanken. Het Lidmaatschap. Bij eene vereeniging is het een zaak van het grootste belang, dat duidelijk vaststaat op welke wijze men lid wordt en het lidmaatschap verliest, en welke de rechten en plichten der leden zijn. De Statuten der Boerenleenbanken hébben dit alles in verschillende artikelen nedergelegd, zoodat achter? eenvolgens behandeld worden: 1. Wat wordt vereischt, om lid te worden? (Art. 3.) 2. Hoe wordt het lidmaatschap bewezen? (Art. 4.) 3. Wie moet de leden aannemen? (Art. 6.) 4. Hoe wordt het lidmaatschap verloren? (Artt. 7, 8, 9 en 10.) 5. Welke zijn de rechten der leden? (Art. 11.) 6. Welke zijn de verplichtingen der leden? (Artt. 12 en 13.)

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1921 | | pagina 2