251
uit, maar over tientallen van andere steden en dorpen
waar zij bijkantoren, agentschappen enz. gevestigd heeft;
maar de hoofddirectie zetelt te 's Bosch. Daarom heeft
zulke Hanzebank dan ook eene geheel andere inrichting
en administratie noodig, dan de boerenleenbanken. Als
een landbouwer een crediet bij de boerenleenbank
vraagt, besluit hierover het bestuur der eigene boeren*
leenbank; in enkele gevallen is dan wel de goedkeuring
van de Centrale Boerenleenbank noodig, maar eerst
moet toch het plaatselijk bestuur besluiten. En als het
plaatselijk bestuur der boerenleenbank een voorschot
zou weigeren, dan heeft de Centrale Boerenleenbank
geen macht om te bevelen dat dit toch moet gegeven
worden.
Maar als een handelsman, die bijvoorbeeld te Gemert
woont een voorschot bij de Hanzebank vraagt dan kan
het correspondentschap, dat te Gemert wel zal gevestigd
zijn, zulk voorschot niet verleenen maar dit moet door
de Directie te 's Bosch gebeuren.
Men ziet hieruit het groote verschil van inrichting.
Ook is er weinig gevaar als eene boerenleenbank goed
beheerd wordt, dat er schade geleden wordt; want het
bedrijf van den landbouwer is eenvoudig, en met goed
oppassen kan hij zijn voorschot steeds gemakkelijk te*
rugbetalen. Maar een handelsman kan, bij nog zoo goed
oppassen veel schade lijden, als bijvoorbeeld de zaken,
die hij ingeslagen heeft om te verkoopen, plotseling in
prijs dalen. Daarom is aan eene handelsbank steeds meer
risico verbonden. Wij zien dan ook, dat gewoonlijk de
rente, die de boerenleenbanken voor voorschotten vra*
gen lager is, dan die der handelsbanken omdat de han*
delsbanken veel meer personeel noodig hebben en ook
zich tegen grootere verliezen moeten waarborgen.
Wij moeten dan ook met alle klem vasthouden aan het
beginsel, dat de boerenleenbanken moeten zijn en blij*
ven banken uitsluitend voor boeren en tuinders. En dit
zal het best bereikt worden als er goede samenwerking
bestaat tusschen de boerenleenbanken en de boeren* of
landbouwbonden, en als er geen lid meer is van eene
boerenleenbank, die niet tevens lid is van een boeren*