248 1899 33 19 1903 104 57 1908 237 96 1913 363 136 1918 436 175 1920 490 188 De verschillende NoordsBrabantsche boerenleenbank ken telden de volgende getallen als: 1900 2495 2145 1903 3923 3771 1908 7310 7666 1913 12198 14166 1918 17823 29360 1919 19344 33170 Bovenbedoelde inleggers in de spaarbank hadden in* gelegd: 1900 538,216,86. 1903 1,608,451,55. 1908 3.109,433,45. 1913 6,877,903,27. 1918 30,350,101,75. 1919 36,213,000,18. Maar van meerder belang is toch het aantal voorschot* nemers en het bedrag der gegeven voorschotten. Want al is het zeer zeker van groote waarde, dat de boerern leenbanken de spaarzaamheid hebben bevorderd, van hooger waarde is de werking der boerenleenbanken die door hare voorschotten velen gered heeft uit de klauwen der woekeraars, en nog meerderen in staat gesteld heeft het boerenbedrijf beter te beoefenen of uit te breiden. Bij de hiervolgende statistiek houde men in 't oog dat de cijfers enkel den stand aangeven op het einde van ieder dienstjaar, zoodat men er nog bij moet tellen de enorme bedragen die telken jare van de gegeven voorschotten werden terugbetaald. Totaal'aangesloten Noordbrabantsche Boerenleenbanken. Boerenleenbanken. Inleggers in de Leden. Spaarbank.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1921 | | pagina 4