247 steunden toch op de onbeperkte aansprakelijkheid dei- leden. En er behoorde heel wat toe om een vooral des* tijds verklaarbaar wantrouwen bij de landelijke bevol* king te overwinnen. Maar de onbaatzuchtigheid der leiders was zóó duidelijk, en de voorgestelde inrichting der boerenleenbanken zóó solied, dat elk vooroordeel en alle wantrouwen overwonnen werd. Toen de oprichting van ééne Centrale Boerenleenbank voor geheel Nederland mislukt was, vergaderden de Noord=Brabantsche en Limburgsche Commissiën, om eene Centrale Boerenleenbank in het Zuiden op te rich* ten. Ook hier wederom was de Noord*Brabantsche Commissie zeer voortvarend en zij ontwierp het eerste concept van de statuten voor de Centrale organisatie. En toen den 5en December 1898 door 22 boerenleenbank ken besloten werd tot de oprichting eener Centrale Boerenleenbank waren er hiervan 13 uit Noord*Brabant. In Bestuur en Raad van Toezicht der Centrale Boeren* leenbank werden de functies gelijkelijk over de Noord* Brabantsche en Limburgsche boerenleenbanken ver* deeld. Als leden van den Raad van Toezicht werden voor Noord*Brabant gekozen de heeren Vincent van den Heuvel, Ant. Bolsius (Schijndel) en J. Deckers (Heeze). Tot lid van het Bestuur de heer H. van Hees* wijk (Udenhout) terwijl de heer Jan Berkvens als Direc* teur optrad. De zeereerw. heer G. van den Eisen trad op als on* bezoldigd inspecteur, en woonde als dusdanig alle ver* gaderingen bij, totdat beroepsinspecteurs noodig werden en Z.Eerw. lid werd van den Raad van Toezicht. Noord*Brabant heeft langen tijd het grootste aantal boerenleenbanken gehad welke bij de Centrale te Eind* hoven waren aangesloten. In latere jaren, toen ook vele boerenleenbanken uit andere provinciën zich bij deze Centrale aansloten, vormden zij wel niet meer de meerderheid, maar ver* tegenwoordigden toch nog steeds een respectabel aantal, zooals uit de hierbij volgende tabel blijkt:

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1921 | | pagina 3