229 De vertegenwoordiger der Boerenleenbank bij het sluiten eener hypothecaire overeenkomst. De akte van hypotheek, overeenkomstig het model der Centrale Bank (zie den „Gids" bladzijde 49 en vol* gende), vermeldt aan het slot o. m.: „En is ten deze mede verschenen de Heer Directeur (of Kassier of Bestuurslid) der Boerenleen* bank, wonende tedie verklaarde de boven* genoemde schulderkenning met hypotheekstelling en verder alle daarbij gemaakte bedingen voor de schuld* eischeres aan te nemen." Gelukkig niet altijd, maar zeker te dikwijls, wordt de taak van dien vertegenwoordiger van de Boerenleenbank door Besturen van Boerenleenbanken als een bloote formaliteit beschouwd, waartoe men den eerste den beste kan afvaardigen. De bevindingen der Inspectie bewijzen het verkeerde van die meening. Er gaat bijna geen week voorbij, dat niet een of meer Inspectieverslagen de aandacht vestigen op meer of min* der ernstige verzuimen, onjuistheden en afwijkingen van de modellen. Den eenen keer spreekt de akte van de „Coöperatieve" Boerenleenbank, hoewel deze eene vereeniging is vol* gens de wet van 1855 ofwel omgekeerd is het woord „Coöperatieve" weggelaten, waar het wèl te pas kwam. Den anderen keer zijn een of meer bedingen of onder* deelen daarvan uitgevallen. O.a. de bepaling dat het voorschot terstond en zonder eenige waarschuwing zal kunnen worden opgeëischt „bij brandschade aan de bij deze verbonden onroerende goederen overkomen, en bij geheele of gedeeltelijke onteigening dier goederen". Of de bepaling, dat het voorschot terstond, en zonder eenige waarschuwing zal kunnen worden opgeëischt „bij niet=nakoming door den schuldenaar van een of meer der aan hem door deze overeenkomst of door de wet opgelegde verplichtingen". Of de bepaling, „dat de ver*

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1921 | | pagina 9