226 Welke formaliteiten moeten worden in acht genomen, als het Bestuur eener plaatselijke Boerenleenbank een voorschot wil verleenen, waarvoor de goedkeuring van het Bestuur der Coöp. Centr. Boerenleenbank vereischt wordt FORMULIER (B. G.) Voor eenige weken werd aan elk der bij onze Centrale aangesloten Boerenleenbanken een tiental exemplaren gezonden van formulier B. G., hetwelk hieronder is afgedrukt. In den „Gids" vindt men op de bladzijden 80 en 83 onder de vragen VII en XVIII de gegevens en bescheid den vermeld, welke bij de goedkeuringsaanvragen voor voorschotten en credieten in loopende rekening aan vers eenigingen en natuurlijke personen aan de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank moeten worden overgelegd. Niettemin ontbraken meestentijds een of meer der ges gevens, welke voor een juiste beoordeeling onmisbaar waren, hetgeen dan leidde tot oversensweersschrijven met de noodzakelijke verspilling van tijd en kosten. Daarenboven bleek aanvulling der gegevens ges wenscht, omdat men zich vrij algemeen hoewel ten onrechte beriep op de eventueel verleende goeds keuring om zich te verontschuldigen voor het vers onachtzamen van voorwaarden, welke Statuten en Huishoudelijk Reglement der plaatselijke Boerenleens bank stellen en waarmede de plaatselijke Besturen ders halve reeds onmiddellijk rekening konden en moesten houden. Dit betreft in hoofdzaak de vragen 8o: of, zoo noodig, de Raad van Toezicht zijn goedkeuring aan de verlees ning heeft gehecht en 9o: of de grenzen van Artikel 7, 4o en 5o van het Huishoudelijk Reglement zijn in acht genomen. De vraag, of een plaatselijke Boerenleenbank goed doet met het verleenen van credieten en voorschotten op termijnen boven zekere grenzen, valt uiteraard beter

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1921 | | pagina 6