222 over zich eene boerenleenbank uitstrekt, van dien aard zij, dat de bewoners elkaar goed kunnen kennen. Belang; rijk is het wel, om over dit punt Raiffeisen zelf te hooren. In zijn boek: Die DarlehnskassemV ereine, waarvan de eerste uitgave in 1866 verscheen, zegt hij bl. 18: „De Vereeniging te Flammersfeld verbreidde zich over ééne burgerlijke gemeente met vijf parochiën en on; geveer 5000 zielen. Evenzoo vormde de burgerlijke ge; meente Eleddesdorf, eveneens met vijf parochiën en ongeveer 9000 zielen, het gebied van ééne vereeniging. De vereeniging voor het Graafschap Wied bestond zelfs uit zes, en andere vereenigingen wederom uit twee parochiën. Al spoedig bleek echter, dat de gebieden, waarover de vereenigingen zich uitstrekten, te groot waren. Bij het stijgend aantal leden werden de zalen voor de algemëene vergaderingen te klein. De leden van het Bestuur en van den Raad van Toezicht hadden gezamen lijk niet meer de noodige kennis van den toestand der verschillende medeleden, zoodat zij bij de beslissin; gen moesten afgaan op het oordeel van een enkel hun; ner. Daarom werden alle bovengenoemde vereenigingen weldra in kleinere verdeeld. Volgens de ondervinding, die hier en ook elders werd opgedaan, heeft men als vasten grondslag voor de boerenleenbanken aan genomen, dat de kring, waarover zij zich uitstrekken, zoo klein mogelijk dient te zijn, onder voorwaarden dat zijn dan toch levensvatbaarheid bezitten. Als het meest doelmatige is daarbij ondervonden, dat eene boerenleenbank zich in den regel bepale tot de grenzen van ééne parochie, en enkel als ééne parochie te klein is, om eene levensvatbare vereeniging te stichten, dan strekke men de boerenleenbank verder uit. De parochiën of kerspelen zijn, zoowel van politiek als van godsdienstig standpunt beschouwd, de oudste vereenigingen. De bewoners kennen nauwkeurig eikaars familierelaties en bezittingen, en eveneens het persoon; lijk gedrag van eenieder, omdat de omvang van de parochies klein is, en er een geregelde omgang onder

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1921 | | pagina 2