206 wegens het handhaven der Centrale Bank en der lokale banken als christelijke sociale vereenigingen. De instel* lingen voor het landbouwcrediet hebben gemaakt, dat de boerenstand onafhankelijk werd van verkeerd werken* de invloeden. Dat is het werk der beide groote grond* leggers van het landbouwcrediet in ons land, die de boe* renleenb anken beschouwden, niet enkel als financieele instellingen, maar vooral als sociale vereenigingen. Een te groote afhankelijkheid van den boer kan nadeelig wer* ken op zijn karakter en bij eenvoudige menschen kan zelfs godsdienst en zedelijkheid gevaar loopen als zij afhankelijk worden van mannen, die meenen, dat voor geld alles moet wijken. Beiden hebben dat ingezien en gewenscht, dat de door hen bestuurde instellin* gen de boeren omhoog zouden brengen. Dat was alleen mogelijk als de christelijke liefde er de grondslag van werd. Daarom hebben zij ervoor gestreden, dat de boe* renleenbanken christelijk zouden blijven, en toen de Boerenbonden zich tot Katholieke vereenigingen her* vormden, en ook boerenbanken katholiek werden, heb* ben zij deze met liefde ontvangen en de middelen be* raamd om de geheele organisatie katholiek te maken, natuurlijk met behoud van verkregen rechten. Het waren mannen, vervolgt spreker, die voor hun overtuiging steeds fier uitkwamen, en daarom geëerd werden in iederen kring. Spreker wenscht, dat de gemoedelijke samenwerking moge blijven voortbestaan en dat de organisatie gevestigd blijve op de christelijke liefde. Dat zal de beste hulde zijn aan de beide overledenen. Thans stelt de Voorzitter aan de orde DE GOED KEURING DER BALANS, VERLIESEN WINSTRE KENING EN DE VERDEELING DER WINST. Er zijn, zegt de Voorzitter, geene bemerkingen inge* komen, maar alvorens tot de goedkeuring over te gaan geeft spreker het woord aan den heer Fleskens, Voor* zitter van het Bestuur. De heer Fleskens, Voorzitter van het Bestuur, wil, al* vorens een woord over de Balans te zeggen, zich aan*

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1921 | | pagina 2