215 zich gaarne aan, en het hoopt, dat de boerenleenbanken propaganda zullen maken voor de hypotheekbank. De heer v. Wijck, Millingen, verzoekt alle hypotheken, wat de rente betreft, op één lijn te stellen. De voorzitter antwoordt, dat voor hen, die goedkoope hypotheken hebben, de rente niet kan verhoogd worden; wie huns inziens te dure hypotheken hebben, zouden deze kunnen opzeggen. De Z.E. heer Th. van der Marck, van Roermand, geestelijk adviseur, zegt, dat de opzet der hypotheek* bank is geweest, om de boeren die een hypotheek namen, zekerheid te geven dat de hypotheek nooit zou worden opgezegd, noch de rente verhoogd, als geregeld rente en aflossing werd betaald. Daarom werd opzegging of ver* hooging der rente van de zijde der bank uitgesloten. Credicten uitsluitend voor land- en tuinbouwbedrijf. Wij kunnen er niet genoeg op aandringen, dat vast* gehouden worde aan de statuten der plaatselijke boeren* leenbanken, waarin uitdrukkelijk gezegd wordt: hei Bestuur moet toezien, dat alleen voorschot ten en credieten in loopende rekening verleend worden aan oppassende landbouwers, leden der boerenleenbank, en tot werkelijke verbetering, instandhouding of ter voorkoming van achteruit gang van hun bedrijf. Het Bestuur moet dus weten, tot welk doel het geleende geld wordt gebruikt, en op dat gebruik toezicht houden. (Art. 47.) Nu gebeurt het in den laatsten tijd meermalen, dat ambachtslieden, sigarenwerkers enz., credieten komen vragen om een huis te bouwen, of terrein voor den bouw van een huis aan te koopen. Zij beroepen er zich dan op, dat zij een koe of enkele geiten houden en dus ook tot den boerenstand mogen gerekend worden. Maar het doel van het voorschot heeft met den landbouw niets te maken, en daarom mogen zulke voorschotten niet ver* leend worden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1921 | | pagina 11