197
De nieuwe statistiek over de plaatselijke boerenleen*
banken loopt over 1919; zooals onze lezers weten, wordt
deze statistiek niet gepubliceerd alvorens alle balansen
der plaatselijke banken door de inspectie der Cen=
trale zijn gecontroleerd; daarom wordt in het Verslag
der Centrale Boerenleenbank over 1920 de Statistiek der
plaatselijke banken over 1919 opgenomen.
Met eenige cijfers zullen wij den vooruitgang der
plaatselijke boerenleenbanken aantoonen:
1919 469 51.685 90.106
1918 43647.10180.335
vermeerdering 33 4.584 9.771
1919 89.551.956.01
1918 77.722.780.41
vermeerdering 11.829.175.60
1919 19.501 11.774.245.945 ƒ5.185.751.82
1918 17.615 5.464.524.33* ƒ4.211.367.28
vermeerdering 1.886 6.309.721.61 974.384.54
1919 22.315.975.30
1918 15.727.481.175
vermeerdering 6.588.494.125
Van de loopende Rekening wordt ook telken jare
meer gebruik gemaakt.
Ziehier de cijfers:
1919 3638 ƒ9.952.051.39 ƒ2.247.580.795
1918 2958 ƒ6.193.599.50 ƒ2.324.019.03
vermeerdering 680 ƒ3.758.451.89
vermindering 76.438.235
Aantal Aantal Aantal
boerenleenbanken leden spaarboekjes
Bedrag der gezamelijke spaargelden
Aantal Nieuwe Terugbetaald
voorschotnemers voorschotten op voorschotten
Totaal voorschotten
Aantal leden Debiteuren Crediteuren