204
afbetaald worden; dit crediet behoort tot het z.g. „vast"
bedrijfscrediet. De boerenleenbanken hebben dan ook
in hare Statuten andere bepalingen voor credieten, die
één jaar loopen, dan voor die met langeren termijn.
Zoodra een crediet voor een langeren tijd dan één jaar
verleend wordt, wordt jaarlijksche aflossing gevorderd.
Om den langen duur van een crediet te voorkomen,
bepalen de Statuten der boerenleenbanken, bij deze Cens
trale Boerenleenbank aangesloten, dat de goedkeuring
van den Raad van Toezicht der boerenleenbank ges
vorderd wordt als de leening langer dan voor vijf jaar
gesloten wordt, en de goedkeuring van het Bestuur der
Centrale Boerenleenbank, als het voorschot den loops
tijd van tien jaren te boven gaat en het bedrag hooier
is dan duizend gulden.
Al deze maatregelen zijn genomen, opdat niet enkel
de soliditeit, maar ook de liquiditeit der boerenleens
banken gewaarborgd zij.
In de eerste jaren van het bestaan der boerenleenbans
ken is er verschil van gevoelen geweest over de vraag
of de boerenleenbanken crediet zouden verleenen aan
alle bewoners van het platteland, zooals dat in de bakers
mat der boerenleenbanken, in Duitschland, in voege
was, of dat uitsluitend crediet zou verleend worden
aan landbouwers ten bate van hun landbouwbedrijf.
In eene algemeene vergadering werd ten gunste van deze
laatste meening beslist en werd de bevrediging van vers
dere credietbehoefte aan de middenstandsbanken overs
gelaten.
(Wordt vervolgd)
Bladvulling.
„Ondankbaarheid is 's wereids loon"
Mij dunkt, dit loon is lang niet kwaad:
't Geeft ons een lesje, waar en schoon,
„Doe 't goede, zonder eigenbaat."
B. van Meurs.