164 Zooals onze lezers weten, is er in de laatste jaren zeer veel moeten afgeschreven worden op het Effectenfonds, wijl vooral door de hooge rente*standaard de koers der effecten maar steeds daalde. Tot nog toe is dit verlies slechts een boek-verlies ges weest, wijl geen der effecten verkocht zijn; en indien de Centrale Bank al deze effecten in portefeuille kan houden, totdat zij uitloten, dan komt dit boek=verlies weerom terecht, want al deze effecten worden tegen 100 uitbetaald, als zij uitloten. Sinds 31 December j.1. is de waarde van het Effecten* fonds gestegen met 383.507.44. Indien dus op dit oogenblik 21 Maart de Balans zou worden opgemaakt, zou er eene Reserve zijn van 1.000.000, zegge één millioen gulden. Men mag over de vermeerdering van het Reservefonds tevreden zijn, maar in verband met den omzet der Cen* trale Boerenleenbank dient het toch nog grooter te wor* den. Want de Centrale Boerenleenbank heeft een aandee- lewkapitaaal, dat in verhouding tot de uitbreiding, die zij gekregen heeft, ongetwijfeld niet groot is. Daarom moeten wij trachten zeer groote Reserven te vormen, opdat de boerenleenbanken voor alle schaden gevrijwaard zijn, ook al zou de Centrale Boerenleenbank verliezen lijden. En al worden door Bestuur en Raad van Toezicht der Centrale Boerenleenbank nog zooveel voorzorgen ge* nomen, toch kunnen er, bij de plaatsing van gelden, verliezen geleden worden. Men denke bijvoorbeeld aan Coverin, dat in staat van faillissement verklaard is, en waarover wij reeds vroeger mededeelingen deden. Eeni* ge leden van Coverin weigeren hunne schuld te erken* nen; en al zal het hun waarschijnlijk niet veel baten, om* dat wij mogen vertrouwen, dat de Rechtbank het goed recht der Centrale Boerenleenbank zal erkennen, toch ziet men hieruit, dat geldbeleggingen, hoe ook met de

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1921 | | pagina 4