175
het bedrag op naam der Centrale Bank in het Dagboek
in de kolommen 10 en 13 en op haar rekening in Groot?
boek III in het DEBET (D).
Kort overzicht van het ontstaan en de inrichting
van de Boerenleenbanken en van de Centrale
Boerenleenbank te Eindhoven.
III. (Vervolg van bl. 160.)
Wie de oprichting der eerste boerenleenbanken heeft
medegemaakt, staat nog verbaasd over de geestdrift,
waarmede deze banken ontvangen werden en over de
edelmoedigheid der groote en rijkere landbouwers, die
lid werden en de onbeperkte aansprakelijkheid aan»
vaardden, hoewel zij toen ter tijd de overtuiging had?
den, dat deze bankjes voor hen zeiven van weinig of
geen nut zouden zijn. En nog meer mag deze edelmoe?
digheid hoog aangeslagen worden, wijl ook nog de
bestuursfuncties voor het grootste deel op hunne schout
ders gelegd werden, met het vooruitzicht er nimmer
eenig voordeel uit te trekken, want volgens de statuten
zouden al deze functies zonder geldelijke vergoeding
worden verricht. Dat het mogelijk geweest is deze
boerenleenbanken, ondanks hare onbeperkte aanspra?
kelijkheid, ingang te doen vinden, is vooral een groot
deel te danken aan de sympathie, die overal de boeren?
bonden ondervonden, aan welker hoofd mannen ston?
den niet enkel met klinkende namen, maar met nog
kloeker en onvermoeider werkkracht, en die het volle
vertrouwen genoten der landelijke bevolking. En dan
vond het in de streken, waar de boerenleenbanken het
eerst ontstonden, algemeene instemming, dat deze ban?
ken evenals de boerenbonden zich stelden op het Chris?
telijk standpunt en als eerste voorwaarde voor het lid?
maatschap vereischten „dat men godsdienst, huisgezin
„en eigendomsrecht in Christelijken zin als de grond?
Overgenomen uit
„Neerlands Welvaart."