171 fabriek gemachtigd, om namens de vereeniging de geld* zaken te beheeren en de kwitanties te teekenen. Nu gebeurde het herhaaldelijk, dat de Directeur gel* den stortte en terughaalde zonder zijn boekje mede te brengen. En de Kassier maakte geen bezwaar, niette* min aan de aanvragen te voldoen. Genoemd Bestuur, hetwelk van de geldzaken op de hoogte wilde blijven, raadpleegde nu en dan het Boekje van de Boerenleenbank en kwam toevalligerwijze tot de bevinding, dat dit niet volkomen met de werkelijk* heid klopte. Nu het den Kassier hierop heeft opmerkzaam ge* maakt, zal deze zijn dwaling wel inzien en voortaan be* ter met de voorschriften rekening houden. Maar men behoeft toch geen sterke verbeeldingskracht te hebben, om zich te kunnen voorstellen, welke de gevolgen had* den kunnen zijn. Neemt eens aan, dat de Directeur zich groote en niet in het boekje verantwoorde bedragen hadde toege* ëigend; dat naar aanleiding van een of andere ontdek* king 'n onderzoek werd ingesteld en dat alsdan zou blij* ken, dat de vereeniging aan de Boerenleenbank meer schuldig zou zijn, dan in de boeken der vereeniging en in het boekje vermeld staat. Wat zal de Kassier antwoorden op het verwijt, dat hij er de oorzaak van is, dat het Bestuur ondanks het na* zien van het boekje de verduistering niet op het spoor kon komen, dat zijne nalatigheid feitelijk alleen de ver* duistering heeft mogelijk gemaakt? Zijn toestand ware onhoudbaar! Het gaat met deze als met zoovele andere voorschrif* ten: men kent er de draagwijdte niet van en is daarom licht geneigd, ze overbodig te achten. Niets is echter minder waar. Mogen de bovenvermelde voorvallen ertoe leiden, dat die voorschriften voortaan nauwkeurig wor* den opgevolgd en zulks niet noodgedwongen maar in het besef, dat ze gegeven zijn, om de Boerenleenbanken voor schade, de Kassiers en Beheerders voor onaange* naamheden te vrijwaren.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1921 | | pagina 11