152
Immers, hier vooral geven persoonlijke en plaatselijke
omstandigheden den doorslag. Men moet toch niet ver=
geten, dat het voor de betrokken leden zeer onaange=
naam kan wezen, zonder inachtname van bestaande
verhoudingen uit het eene verband in het andere te
worden overgeplaatst met al de gevolgen daarvan, zoo*
als o.a. het weer aan andere personen openbaren van
geldelijke behoeften, het overbrengen van eenmaal
geplaatste spaargelden, het voldoen aan of genoegen
nemen met andere voorwaarden enz.
Past men hier een streng systeem toe, volgens hetwelk
zonder aanzien van persoon en van eenmaal gevestigde
toestanden de menschen worden heringedeeld als de
stukken van een schaakspel, dan veroorzaakt men zon*
der twijfel onrust en wrijving, die inzonderheid voor een
credietinstelling ernstig gevaar opleveren.
Daarenboven kan het doorzetten van zoodanige rege?
ling tot gevolg hebben, dat de betrokkenen, buiten de
eene Boerenleenbank gesloten, weigeren tot de andere
toe te treden, zoodat men als eenig succes te boeken
heeft, dat men hen van de organisatie heeft verwijderd.
Het was daarom door de ontwerpers van Artikel 9
volkomen juist gezien, dat zij daarvan geen dwingend
voorschrift gemaakt hebben.
Hetzelfde is van toepassing in het geval, dat leden
ophouden te voldoen aan andere vereischten van Artb
kei 3 der Statuten o.a. wanneer zij na hun toetreding
tot de Boerenleenbank ophouden lid te zijn van den
Boerenbond.
Ook dan kan het Bestuur der Boerenleenbank hen
ontzetten, maar het is er niet toe verplicht.
Het zal voor zijn beslissing rekening hebben te houden
met verschilende plaatselijke en persoonlijke omstam
digheden, welke bij een dwingend en algemeen geldend
voorschrift uiteraard, maar ten onrechte, zouden wor«
den voorbijgezien.
Ook zou dan misbruik van zulke bepalingen kunnen
gemaakt worden, wijl dan iemand, die vrijwillig wilde
uittreden, en de boete verlangde te ontgaan, zou kunnen