lijk de Statuten voor het opnemen van dien eisch moe*
ten wijzigen, ofwel de band tusschen standsorganisatie
en Boerenleenbank bleef voor goed achterwege. Thans
bestaat naast den eisch de mogelijkheid, om wegens
het ontbreken van elke standsorganisatie een Bestuurs*
besluit te nemen van algemeene vrijstelling, voor den
tijd, dat de Standsorganisatie blijft ontbreken, voor
welk besluit de goedkeuring door het Bestuur der
Coöperatieve Centrale Boerenleenbank zonder twijfel
verleend zal worden. Dit is het eenige geval, waarin van
een algemeene vrijstelling sprake kan zijn en deze blijft
slechts van kracht tot den dag, waarop de standsorga*
nisatie in het leven is geroepen, waartoe het Bestuur der
Centrale Boerenleenbank gaarne zijne medewerking zal
verleenen. Evengenoemd geval komt thans wel niet
meer voor.
In alle andere gevallen moeten de omstandigheden
ten aanzien van elk der betrokkenen, afzonderlijk wor*
den beoordeeld, zoowel voor het vrijstellingsbesluit van
het Bestuur, als voor de goedkeuring der Centrale.
Men moet dus aan het Bestuur der Centrale Boeren*
leenbank bij de goedkeuringsaanvraag mededeelen, wel*
ke bezwaren voor elk der betrokkenen gelden tegen het
lidmaatschap van den Boerenbond, opdat het met ken*
nis van zaken zich een oordeel over het Bestuursbesluit
kunne vormen.
Ongetwijfeld kunnen, ondanks het bestaan eener
standsorganisatie voor landbouwers, zich gevallen voor*
doen, waarin vrijstelling gewettigd is.
Het kan gebeuren, dat men alleen onder hen, die geen
lid van den Boerenbond kunnen worden, iemand kan
vinden, geschikt en genegen om- het kassiersambt te
vervullen. Om verkiesbaar te zijn tot kassier, moet die
persoon lid der Boerenleenbank worden, en daarom is
het wenschelijk, dat het Bestuur bevoegd is, om vrij*
stelling te geven van het verplichte lidmaatschap van
den Boerenbond.
Een andere omstandigheid, welke vrijstelling kan wet*
tigen, is, dat iemand, die lid van de Boerenleenbank
147