dra de geldelijke resultaten te wenschen overlaten, gaat
ook de ambitie er uit". En vervolgens nog: „Al die kleine
op zichzef staande lichamen kunnen zoo weinig nut
stichten met de bijeengebrachte gelden."
Van tweeën een: ófwel de schrijver bedoelt met deze
R. K. Spaarkas de plaatselijke Boerenleenbank ófwel
hij bedoelt deze daarmee niet. Bedoelt hij ze ermee,
dan is het belachelijk de Boerenleenbank (voorschot*
bank en tevens spaarkas) te qualificeeren als „financieel
liefhebberijwerk," dat „weinig nut kan stichten met de
bijeengebrachte gelden," omdat de Boerenleenbank juist
zulk een bij uitstek gezonde financiëele instelling en
van zoo enorm groote sociale beteekenis is. Bedoelt hij
ze er niet mee, hetgeen wel 't meest waarschijnlijk is,
dan wordt het nog veel erger, want dan negeert hij
doodgewoon de Boerenleenbank als spaarkas. Immers,
dan spreekt hij slechts van de gewone huis* of tuin*
Spaarkas en meent de Boerenleenbank (toch ook spaar*
kas, zou ik meenen!) te mogen doodzwijgen. Hoe zielig
deze houding ten opzichte van de Boerenleenbank is,
moge blijken o.a. uit hetgeen Rector van der Marck in
zijn buitengewoon belangwekkende bijdrage in 't Boe*
renbondsnummer mededeelt, n.1. dat er in ons land,
dat 1120 gemeenten telt, in totaal 1147 Boerenleenban*
ken bestaan, waarvan er bijna 50 pet. katholiek (aan*
gesloten bij de Centralen te Eindhoven en Alkmaar)
mogen worden genoemd.
Zoo zouden er nog meer insipiditeiten zijn naar voren
te brengen, uit deze reclame*stukjes. Het medegedeelde
moge echter voldoende zijn om onze boeren ervan te
overtuigen, dat het Bestuur der Centrale Boerenleen*
bank te Eindhoven 't aan het rechte eind had, toen het
zijn oordeel neerlegde in deze waarschuwing: boeren,
belegt uw spaargelden niet in het Spaarfonds voor Bo*
demcultuur maar in uw eigen spaarkas: de Boerenleen*
bank.
158
Wij houden ons buiten het essentieele van de zaak waarover deze
polemiek loopt. Echter wenschen wij te dezer plaatse wèl te bevestigen,
dat door een samenloop van omstandigheden de redactioneele bijdragen in
kwestie buiten medeweten van den samensteller van het Boerenbondsnummer
Mr. H. van Haastert in deze speciale editie een plaats hebben
gevonden. (Red. Msb.)