155 Maar hoe komt uw zoon aan dat agentschap? vroeg de Kassier verder. Dat zal ik u zeggen, zei de man. In de courant stond een advertentie, dat een goed bezoldigde betrekking aangeboden werd aan een jongen man, die actief was, en over eenige relaties beschikte. Vakkennis was on= noodig. Zie, dat was juist iets voor mijn jongen die geen zwaar werk mag doen. Daarom ging hij naar het Hotel in de stad, waar men zich op een paar aange* geven dagen kon vervoegen. Hij moest een heele tijd wachten, want er waren blijkbaar veel liefhebbers. Eindelijk werd hij toegelaten bij een heel deftigen mijnheer, die hem zeer vriendelijk ontving. Die mijnheer vertelde hem, dat hij agent kon worden van eene groote levensverzekering; hij moest dan zijne kennissen bezoeken om hen over te halen eene levens* verzekering te sluiten, en hij zou dan een mooi weekgeld ontvangen, ook al zou hij den eersten tijd nog geen verzekerden aanbrengen. Maar.hij moest een borg* stelling geven van 2000, die hij zou terugkrijgen als hij wegging. Die borgstellnig was noodig, want hij moest ook geld ontvangen bij de verzekerden. Ik ben dus mijn 2000 niet kwijt, en mijn zoon krijgt een mooie positie, besloot de man. Is er dan geen akte van borgstelling, die uw zoon moet teekenen? vroeg de Kassier. Zeker zei de man, er is een heel groot papier bij, maar dat is zoo lang, dat ik het niet heb doorgelezen. En weet ge nu niets verder van die maatschappij en van dien deftigen mijnheer? Onze man keek vreemd op! Neen, verder wist hij niets, en hij was zoo vol geweest van die mooie be* trekking, dat hij ook niet verder gedacht had. Nu, zei de Kassier, dan zou ik u toch aanraden erg voorzichtig te zijn. Twee duizend gulden is veel geld. Eerst moet ge eens verder onderzoeken. Wilt ge mij al de papieren brengen, dan zal ik ze met het Bestuur nazien; er is toevallig heden avond vergadering.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1921 | | pagina 11