141 heid woont; dezelfde deugden die zich toonen bij het borg blijven voor een lid, dat een voorschot van de boerenleenbank ontvangt. Maar toch wil het ons voorkomen dat er een groot verschil bestaat tusschen het borg blijven voor een voorschot en het borg zijn voor het goed beheer van een kassier. Bij een voorschot blijft men borg voor een te voren bekend bedrag; bij het borg zijn voor een kassier is dit bedrag ook wel bekend, maar bij uitbreiding der bank kan dit verhoogd worden en dan gaat het zeer moeilijk, zich dan aan verderen borgtocht te onttrek; ken; bij een voorschot blijft men borg voor een be; paalden tijd, namelijk, totdat het voorschot geheel af; betaald is; bij een kassier blijft men borg zoolang hij zijne functie waarneemt, tenzij men zijne borgstelling tusschentijds zou opzeggen, wat niet gemakkelijk ge; beurt.. En wat van den kant van den Kassier wel het zwaarst weegt tegen een „persoonlijke" borg, het is, dat hij zelf begrijpt, dat het Bestuur tegen verhooging ervan opziet, ook al zou de uitbreiding der boerenleen; bank, en de hiermede gepaard gaande verantwoorde; lijkheid van den Kassier, eene hoogere borgstelling noodzakelijk maken. En wat wij hier zeggen van Kassiers, geldt in dezelf; de mate van nog zoovele andere personen, bij instel; lingen ten bate van den landbouw werkzaam als bijv. zaakvoerders bij pakhuizen, directeuren van verzeke; ringen, van zuivelfabrieken enz., enz. Daarom werd, eenige jaren geleden naar middelen uitgezien, of het niet mogelijk was eene Maatschappij te stichten Borgmaatschappij genaamd die be; doelde zekerheidsstellingen zou overnemen. Er was nog een andere groote reden, waarom de oprichting van zulke Borgmaatschappij wenschelijk ge; acht werd. In de boerenbeweging zijn in den loop der jaren vele vereenigingen ontstaan, die crediet behoeven; denken

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1921 | | pagina 9